Oververhitting kan de bodem van je kookgerei aantasten, waardoor deze kan loskomen of bol kan gaan staan. Het is daarom zeer belangrijk dat je plaatselijke verhitting voorkomt.
Plaats je pot of pan op een kookzone aangepast aan de bodemdiameter van je product. De diameter van de kookzone moet gelijk zijn aan of ietsje kleiner zijn dan de bodemdiameter van je pot of pan. Dat geldt voor zowel een gasvlam, inductiespoel als vitrokeramische plaat.
Op gas
Let er op gas extra op dat je pot of pan netjes in het midden boven de gaspit staat en dat de vlammen niet voorbij de bodem komen.
Op inductie
Kies best die inductor die ongeveer dezelfde diameter heeft als de bodem van je pot of pan. Met een grote pot op een te kleine kookplaat kan de inductor niet genoeg vermogen produceren. Hij kan dan in overdrive gaan en defect raken.
- kookgerei met diameter 28 cm = kookplaat van minstens 18 cm
- kookgerei met diameter 30 cm = kookplaat van minstens 20 cm
- kookgerei met diameter 32 cm = kookplaat van minstens 22 cm
Zet je pot of pan steeds mooi in het midden van de inductor.
Check zeker ook de handleiding van je kookplaat.
Tip! Doe wat water in je pot of pan en verwarm het op 70 à 80% van het vermogen. De gasbelletjes moeten zich bij het koken mooi centraal en over het volledige oppervlak vormen.
In de oven
Een roestvrijstalen product zonder antikleeflaag van Demeyere mag perfect in de oven en onder de grill. Opgelet: roestvrij staal verkleurt wel vanaf 350 °C en onder de grill kunnen temperaturen snel oplopen.