Zo verhit je kookgerei op de juiste manier

De potten en koekenpannen van ZWILLING bestaan in tal van groottes, vormen en materialen. En ook bij het gebruik zijn hun eigenschappen erg uiteenlopend, vooral als het op de verhitting en de manier waarop de materialen op warmte reageren aankomt. Hoe verhit je elke soort kookgerei dan op de juiste – en het liefst energiezuinige – manier? Dat is een belangrijke vraag, want ze heeft invloed op de levensduur van je product en bepaalt of je gerecht een succes wordt. Het juiste antwoord vind je hier.

KOOKGEREI VERHITTEN: DE VIJF VUISTREGELS

Als je je kookgerei zorgvuldig en op de juiste manier verhit, gaat het langer mee. Je kookt niet alleen energiezuiniger, maar je gerechten smaken ook gewoon beter. Hou dus rekening met de volgende vijf vuistregels om op de juiste temperatuur te koken:

  1. Voedsel extreem oververhitten verbruikt vaak onnodig veel energie en kan de bodem van je pot of koekenpan permanent beschadigen.
  2. De kookzone op je kookplaat moet overeenkomen met de diameter van de bodem van je kookgerei. Zo gaat er langs de randen geen warmte verloren.
  3. Verhit je kookgerei niet zonder inhoud. Doe je dat wel, dan kan het al snel een (te) hoge temperatuur van enkele honderden graden bereiken en raken de bodem, coating of emaillaag van je product mogelijk beschadigd.
  4. Kook steeds met het deksel op de pot om zo weinig mogelijk warmte verloren te laten gaan.
  5. Laat je voedsel niet aanbranden, maar verwarm elk ingrediënt op gepaste wijze.

STAP VOOR STAP CORRECT VERHITTEN

Met onze stapsgewijze instructies stel je de oven of kookplaat correct in, op de gepaste temperatuur. Zo verwarm je je gerecht op de juiste manier en voorkom je dat je kookgerei door oververhitting beschadigd raakt.

  1. Zet je kookvuur om te beginnen op de middelste stand. De producten van ZWILLING, Demeyere, Ballarini en Staub geleiden de warmte zo goed dat je ze nooit met booster/power functie moet opwarmen. Tenzij bij een grote hoeveelheid water kan je hier gebruik van maken.
  2. Sommige oliën en vetstoffen verbranden al bij lage temperaturen. Wij raden je aan producten te gebruiken met een rookpunt (de temperatuur waarop vetstoffen en oliën gaan ontbinden en beginnen te dampen) van 200 °C of hoger.
  3. De temperatuur tijdig lager zetten helpt je energie te besparen en voorkomt oververhitting. Dat is belangrijk, want oververhitting kan tot verkleuringen leiden. Die hebben geen invloed op de prestaties van je kookgerei, maar als je een product extreem oververhit, kan de bodem of de coating permanent beschadigd raken.
  4. Gebruik een deksel om je energieverbruik verder te verlagen. Als je de pot afsluit, vervliegt de warmte niet meteen.


Tip: met onze ControlInduc X bakpannen van Demeyere behoort fout verhitten definitief tot het verleden. Vanaf ongeveer 220°C verliest het unieke ControlInduc® materiaal geleidelijk zijn magnetisme. Zo neemt je kookgerei gaandeweg minder energie op. Hierdoor stabiliseert de temperatuur op ongeveer 250°C . Hierdoor is oververhitting niet meer mogelijk. Let op, deze technologie werkt enkel op inductie!

GOED KOOKGEREI BENUT ENERGIE OPTIMAAL

Als je kookgerei van ZWILLING koopt, gun je jezelf een enorm voordeel. Onze potten en koekenpannen hebben namelijk uitstekende warmtegeleidende eigenschappen. Dankzij de doordachte technologie in de bodems van onze potten en koekenpannen wordt de warmte tot in de randen verspreid, waardoor je minder energie nodig hebt om goede resultaten te bereiken. Wat betekent dat voor jou? Wel, dat je kookvuur niet altijd op de hoogste stand hoeft te staan. Veel ingrediënten kun je in ons hoogwaardige kookgerei al op de middelste temperatuurstand voldoende én gelijkmatig verwarmen. 

Tips voor je type fornuis

Geldt dat ook voor jouw kookvuur? Afhankelijk van het type dat je gebruikt, kunnen de aanbevelingen verschillen. Die willen we je dus niet onthouden.


  • Instructies voor inductiekookplaten: verwarm je kookgerei langzaam op de middelste stand. Gebruik de boostfunctie niet en laat nooit iets zonder toezicht op het vuur staan. Op de hogere temperatuurstanden kun je een zoemend of brommend geluid horen. Dat is een technisch fenomeen en wijst niet op een probleem met je kookplaat of kookgerei. Als de diameter van de kookzone niet overeenkomt met de bodem van je pot, dan reageert de kookplaat mogelijk niet.
  • Instructies voor gasfornuizen: bak je op een gasfornuis, zorg er dan steeds voor dat de vlammen niet onder de bodem van je pot of koekenpan uitkomen.
  • Algemene tip: bescherm je handen met een ovenwant om te voorkomen dat je ze verbrandt.

OVERVERHITTING VOORKOMEN BIJ ROESTVRIJSTALEN KOOKGEREI

Vanwege hun materiaaleigenschappen verwarm je de roestvrijstalen producten van bijvoorbeeld ZWILLING of DEMEYERE idealiter langzaam op de middelste stand. Pas daarna doe je er olie of vetstof in. Gebruik je deze producten op een inductiekookplaat, laat de boostfunctie dan achterwege om oververhitting te voorkomen. Anders kan je kookgerei verkleuren, en bij extreme oververhitting kan zelfs de bodem beschadigd raken.

ALUMINIUM KOOKGEREI CORRECT VERHITTEN

Laat aluminium kookgerei eerst langzaam opwarmen op de middelste stand. Die is ruim voldoende om je potten of koekenpannen op temperatuur te laten komen. Vooral op een inductiekookplaat kan je product anders oververhit raken en temperaturen tot maar liefst 500 °C bereiken! Dat is niet alleen allesbehalve efficiënt, maar ook schadelijk voor de coating en de bodem van je pot of koekenpan.

GIETIJZEREN KOOKGEREI CORRECT VERHITTEN

Als je een van onze gietijzeren Staub cocottes gebruikt, is het cruciaal dat je het product langzaam op een lage temperatuurstand opwarmt. Op die manier zijn ze hittebestendig tot 250 °C en kun je ze ook in de oven gebruiken.

Let wel op: bij het koken en braden worden ook de handgrepen van de cocotte warm. Gebruik dus steeds pannenlappen, ovenwanten of de bijpassende silicone handgrepen van Staub om de pot op te tillen en te verplaatsen.

KOEKENPANNEN ZONDER COATING VERHITTEN

Onze roestvrijstalen koekenpannen zonder coating hebben een 18/10 binnenzijde. Die is uiterst hygiënisch, smaakneutraal en bijzonder geschikt om niet-gepaneerd vlees zoals steak snel dicht te schroeien. Voor een optimaal bakresultaat raden we je aan de vetstof pas in de koekenpan te gieten wanneer die de optimale temperatuur heeft bereikt, de vetstof kort te verhitten en dan je ingrediënt(en) in de koekenpan te leggen. Kleeft je vlees meteen vast aan de bodem van de koekenpan? Dat is normaal. Na twee tot drie minuten komt het vanzelf los. Je kunt de voortgang controleren door de randen voorzichtig met een vork op te tillen.


Wanneer is de koekenpan heet genoeg? Controleer de temperatuur!

Hoe weet je wanneer de juiste temperatuur bereikt is? Met deze twee tips zie je dat meteen:

  1. De watertest: sprenkel een beetje koud water in de koekenpan. Verdampt het, dan is de pan nog niet warm genoeg om te beginnen met koken. Bij de optimale baktemperatuur vormt het water 'pareltjes' die als kwik op het oppervlak 'ronddansen'.
  2. De lepeltest: hou de steel van een houten lepel in de bakolie. Als er rondom blaasjes verschijnen, dan is de vetstof warm genoeg om te bakken.

NIET TE WARM, NIET TE KOUD

Kun je niet wachten om te beginnen? Dan hebben we nog een laatste nuttige tip voor je: verhit je koekenpan eerst en leg je ingrediënten niet in een koude koekenpan. Wat gebeurt er als je dat wel doet? Dan liggen ze gewoon in de koekenpan te wachten en nemen ze tijdens het verwarmen al gretig vetstoffen op. Zo gaat hun smaak verloren en lukt het niet om iets krokant te bakken. Wil je bijvoorbeeld vlees bakken, dan warm je eerst de koekenpan op en leg je pas daarna het vlees erin. Zo schroeit het meteen dicht en blijft de smaak intact. Speciale stukjes vlees leg je idealiter ook niet rechtstreeks uit de koelkast in de hete koekenpan, maar laat je eerst minstens een halfuur op kamertemperatuur komen.

Lees meer