Messen worden al vele eeuwen van meerlaags staal gemaakt. Sinds mensenheugenis is het belangrijkste doel van het fabricageproces het combineren van corrosiebestendigheid en scherpte door de verschillende eigenschappen van de verwerkte staalsoorten. Klassieke en uitvoerig vervaardigde damastmessen worden vandaag de dag nog steeds geproduceerd. In de loop der jaren kregen echter andere fabricageprocessen de overhand. De optische en beschermende voordelen van damast worden tegenwoordig door het gebruik van meerlaags staal bereikt. Bij dit proces wordt de bijzonder harde lemmetkern ingebed in minstens twee zachtere, opgeruwde lagen staal en dan aan elkaar gelast. Het hete staal wordt dan uitgewalst, verder verhit en schoongemaakt door zandstralen. Dit proces wordt nogmaals herhaald met het inmiddels koudere staal. Uit dit stevig gelijmde, meerlagige materiaal worden vormstukken gesneden. De secties worden nu vervormd, zodat het patroon van de nog rechte lagen verandert in golvende lijnen en patronen. Het vormstuk wordt dan tot de gewenste lemmetvorm gesneden en verder bewerkt tot het afgewerkte mes. De voordelen van deze ingewikkelde fabricagemethode zijn de onmiskenbare en individuele patronen van de mesbladen, maar ook de beschermende functie van de omringende staallagen. Omdat de bijzonder harde bladkern alleen bij de schuine kant blootligt, wordt voortijdige corrosie of lemmetbreuk vermeden, maar de bijzondere scherpte wordt toch mogelijk gemaakt. De juiste hardheid van het materiaal is wat telt: Als het staal te zacht is, zal het mes snel bot worden. Als het te hard is, kan het mes gemakkelijk breken. Om de optimale hardheidsgraad te bereiken, heeft ZWILLING het proces van het hardmaken geoptimaliseerd.